Rooster de hazelnoten in een pan en hak ze in grove stukken. Halveer de frambozen. (Houd van beide wat apart voor het serveren!)
Scheid de eieren: doe in de ene kom 4 eidooiers en in een andere kom 3 eiwitten (het 4e eiwit heb je niet nodig, bewaar evt voor een omelet o.i.d.). Voeg een snuf zout toe aan de eiwitten en klop tot zachte pieken. Voeg tijdens het kloppen ⅓ van de suiker toe.
Klop in een andere kom de eidooiers met ⅓ van de suiker zo’n 4-5 minuten op middelhoge stand. Voeg aan het einde de mascarpone toe.
Klop in een derde kom de slagroom lobbig met de resterende suiker (niet helemaal stijf). Schraap de binnenkant uit de vanillestokjes. Voeg de kern van de vanille, slagroom en hazelnootpasta toe aan de kom met mascarpone en mix zachtjes tot alles goed is gemengd.
Schep de eiwitten hier voorzichtig doorheen. Doe dit in drie delen en doe het heel rustig zodat er genoeg lucht in het mengsel blijft zitten.
Neem een ovenschaal om de tiramisu in te maken. Doe de koffie en likeur samen in een schaaltje. Wentel de lange vingers hier 1 voor 1 kort doorheen en leg ze in de schaal. Schenk daar ½ van het mascarpone mengsel overheen. Leg daarop de frambozen en hazelnoten en maak nog een laag lange vingers en daarbovenop de rest van het mascarpone mengsel.
Je kunt ‘m gelijk eten of bewaren in de koelkast. Versier de tiramisu met geraspte chocola, frambozen en hazelnoten.